Tibetaanse Terrier Lamleh Lijnen
geschiedenis

1e Tibetaanse TerrierDe eerste Tibetaanse Terriërs zijn geïmporteerd door de engelse dokter Miss A. Greig, in de dertiger jaren van onze 19e eeuw. Zij oefende in de twintiger jaren een geneeskundige praktijk uit in dit bergachtige gebied. Voor haar bewezen heelkundige diensten ontving zij als beloning haar eerste Tibetaanse Terriër, genaamd Bunti. Bunti was een licht gekleurd exemplaar. Ze is geboren op 3.10.1922 uit een nestje van 2 reutjes en 2 teefjes. Zij kwam uit de combinatie Kimi x Lily. Miss Greig was heel blij met haar en toen zij een jaar oud was besloot zij dat ze haar wilde uitbrengen op een hondenshow in Delhi, georganiseerd door de Kennel Club of India, is werd geshowd onder het ras Lhasa Terrier. Miss Greig was niet geheel eens met de naam van het ras, er werd overlegd om eerst met haar te fokken en daarna het nogeens opnieuw te bekijken.

Vrienden van Miss Greig brachten een reu voor Bunti genaamd Rajah. Het eerste nestje van Bunti werd geboren op de eerste kerstdag van 1924. Haar tweede nestje was ook met Rajah en is geboren in juli 1925. Zij registeerde haar pups en moeder Bunti onder de kennelnaam Ladkok, voor velen fokkers onder ons welbekende naam.

tibetaanse terrier begin

In 1926 keerde miss Greig voor enkele maanden terug naar Engeland en bracht Bunti en haar dochter uit de eerste combinatie genaamd Chota Tukra en haar zoon uit het tweede nest genaamd Ja-Haz mee. Miss Greig haar moeder Mrs. A. Renton Greig had een kennel met Cocker Spaniels en zo werden de eerste 3 Tibetaantjes in Engeland geregisteerd  onder het ras Lhasa Terrier, dit doordat de de kennelclub van India hun deze naam al had gegeven.  

Bunti kreeg in 1927 een nestje  in Engeland met haar zoon Ja-Haz. Hieruit kwamen drie reutjes genaamd , Mr.  Binks, Burrah Sahib en Bodmash. Mr. Binks is met Miss Greig terug gegaan naar India en werd haar eerste kampioen in India.

Later in 1928 heeft zij Thoombay verkregen en hem mee terug genomen naar Engeland. Hij was een prachtig wit exemplaar met veel persoonlijkheid. Even later kwam zij ook nog in het bezit van een prachtige zwart met fauve aftekeningen teef, die geheel niet is verwant was aan haar eerdere gefokte tibetanen, haar naam was Gyantse of Lamleh. Ook zij is geboren in 1928. In 1930 wordt in de Indiaanse Kennel Gazette de naam omgedoopt in Tibetaanse Terrier alszijnde een compleet nieuw ras.

Een vriendin collega (Miss Nye) van Miss Greig in India raakte ook verliefd op het ras en zo ontstond er tussen die twee een samenwerking in hun fok. Miss Nye had een welbekende prachtige teef genaamd Puck of Lamleh. Na 12 jaar in India te hebben gewerkt,  kreeg zij een ontzettende heimwee naar huis en keerde terug naar Engeland. Wel ging zij door met haar geliefde ras de Tibetaanse Terrier. Samen met Miss Nye zetten zij het ras voort in Engeland hier onder de kennelnaam “Lamleh”, zo brachten zij enkele exemplaren mee uit India. In November 1934 wordt de standaard van de Tibetaanse Terrier in Engeland gepubliseerd.
Na de publikatie van een artikel over de Tibetaanse Terriër in 1934 raakten meer mensen geïnteresseerd in het ras. En zo werden er meer nestjes gefokt door andere mensen. De namen van de fokkers in deze jaren waren Mrs. A. Thornton-Crichton, Mrs. E. Cuming, Mrs. H. Watts en Mrs. Abbott. Natuurlijk werden de hondjes geshowd in Engeland en in 1937 werd er een kampioenschap kwalificatie toegekend aan dit voor zovelen onbekende buitenlandse ras, welke mocht worden toegekend op de welbekende Crufts Show in 1938. Op deze show kreeg Thoombay of Ladkok met zijn leeftijd van 10 jaar, beste reu en het reserve was voor een zeer jonge reu genaamd Dandy. Bij de teefjes won Kilonia of Lamleh haar eerste CC en het reserve was voor een jong teefje Gita.
Er waren op die dag 16 Tibetanen ingeschreven en je kan je wel voorstellen wat een grote dag dit was voor de familie Greig en dit alles 16 jaar nadat
werden
gepresenteerd van zeer donker gekleurde tot vele twee-kleurige en drie kleurige exemplaren.
Voor deze  ommekeer  heeft de geïmporteerde teef Gyantse, die zelf een tri-colour (drie-kleurig)  was, haar inbreng  gebracht in het ras. Daar in aanvang de meeste hondjes licht van kleur waren zoals goud met wit, crème, compleet wit en licht gekleurde twee-kleurige.
  
Ook in de jaren ‘37 werden door Miss Gre ig haarzelf de eerste hondjes geëxporteerd naar andere landen, zo gingen de eerste exemplaren overzee naar Italie, maar ook terug naar India, als wel de eersten naar Denemarken en Duitsland in 1939.  
Tibetaanse Terrier
Naast Miss Greig begonnen mensen in Engeland ook zelf hondjes te importeren uit het zo verre Oosten, zo kwam Platinum Blonde, gefokt door Mrs. Charriol, bij Mrs. A.K. Marsh Smith in 1938. Platinum Blonde
kreeg helaas maar een nestje en stierf zeer jong tezamen met 3 van haar 5 puppies. Gelukkig een van haar kids het reutje Boocka Ali, waarvan Chandra of Ladkok de vader was werd door Mrs. Marsh Schmidt zelf gehouden. Ze kreeg van Miss Greig een meisje voor hem genaamd Wen Wu of Ladkok, wat was toevallig de laatste dame van Miss Greig met de naam Ladkok op de stamboom.

In 1939 brak de oorlog uit, wat was een zeer moeilijke tijd voor vele hondeneigenaren.
Ook Miss Greig en haar familie hadden hun problemen om zich staande te houden met hun zo geliefde honden. De shows werden in deze tijd niet gehouden. De voeding voor de mens was al schaars, laat staande voor de hondjes. Gelukkig zo vindingrijk als Miss. Greig was werden de haren van haar Tibetaanse Terriërs als wol gebruikt om te spinnen en warme kleding van te maken. Ze fokten konijnen om zo de zichzelf en de honden te kunnen voorzien van voedsel.  Zij woonden destijds in een Roydon , een paar kilometer noord-oost van London waar de oorlog hevig voelbaar was en menige bombardementen plaatsvonden. Miss Nancy Greig was meer dan vastberaden dit geliefde ras te sparen en zette zelfs 18 jaar oude honden in de fok. Helaas is het haar niet gelukt haar Tibetaanse Spaniëls en Lhasa Apso’s te sparen.  En zo ook hun engels gefokte rashonden hebben de oorlog niet mogen overleven. Ook Ch. Thoombay of Ladkok stierf tijdens deze oorlog in 1943 op 16 jarige leeftijd. Gelukkig had Miss Greig vijf zonen van hem kunnen sparen om mee verder te kunnen.
Dit waren Tsang-Po of Lamleh, Mi-Dan of Lamleh, twee witte exemplaren en Lhal Baba of Ladkok, Lhal Sonar of Lamleh, beide goud-witte parti-colours  en de laatste een blauw met witte reu genaamd Zoom of Ladkok. Lhal Baba heeft in 1939 met de teef Jugali of Ladkok (zij was gefokt uit Thoombay x Gyantse) een nestje gekregen daaruit voort vloeit een flink behaarde reu Jhan Sahib of Lamleh.
  
Daarnaast een andere nieuwe fokker van ons ras Mrs. Colville zag de mogelijkheid tijdens de oorlog om wat nestjes te fokken. Zo fokte zij met Patsy of Lamleh een nestje waarvan Miss Greig reu Phillip of Lamleh de vader was. Uit dit neste is Mark of Lamleh voortgekomen, een witte reu met een gouden plaat op een helft over zijn oog van het hoofd.     

Na de oorlog had Miss Greig gelukkig nog genoeg honden uit haar fok kunnen sparen om het ras voort te zetten.
tibetaanse terrier geschiedenis

In 1947 komt er een andere import teefje uit Nepal in Engeland aan,  haar naam was Princess Salli, zij kwam met haar eigenaar Kononel Duncan naar Engeland. Tijdens het werk van haar baasje in India voor 2 jaar werd Salli gedekt door een Tibetaanse Terriër reu Shoof en een van haar puppies “Gunny” van dat nestje kwam met de Duncans naar Engeland. Nadat de familie Duncan zich weer hadden gesetteld in England werd Salli gedekt door Mark of Lamleh. Uit deze combinatie een van de pupjes Sukhmaya Queen kreeg de titel kampioen in Engeland, haar eigenaar was Mrs. G.M. Singerman. Uit Salli haar derde nest waarvan de pa was Toy-San (een kleinzoon van Platinum Blond) gaan er nog verschillende pupjes naar wel befaamde mensen en liefhebbers voor jaren van dit specifieke ras. Zo gaat haar lijn nog enkele generaties door, maar toch is zij in de hedendaagse stambomen niet meer terug te vinden. Wat eigenlijk heel jammer is voor het ras, ze zou een heel mooi honing kleurige, intelligente en vol of allure teef zijn geweest. 
Miss. A. Greig werd zelf ook ouder, had het  financieel niet makkelijk, maar ook de ziekte van haar moeder en haar zus slokte haar aardig op. 33 jaar na haar eerste import honden was er dus veel veranderd.
Toch kwam er een licht puntje in haar leven. De Familie Murphy uit Virginia, Amerika waren op zoek naar een Tibetaanse Terriër pupje als verjaardagskado voor hun 13 jarige dochter Patricia Susan Murphy.  Gremlin Cortina, een jong lamleh teefje werd de eerste Tibetaanse Terriër van de familie Murphy. Gremlin Cortina was een zwart met witte aftekeningen teefje en zij kwam in 1956 met het vliegtuig aan in Washington D.C., Great Falls, Virginia. Moeder Alice Murphy was zeer content met Gremlin Cortina en zo ontstond er een hechte vriendschap tussen Miss A. Greig en de Murphy’s.  
Alice en Henry Murphy waren niet geheel onbekend met de hondenwereld, beide kwamen zij uit Canada en de vader van Henry was een dierenarts in Canada en Alice haar ouders waren Bulldog fokkers. Zelf had Alice vanaf 1927 een kennel gehad met Fox Terriërs, dit alles voordat ze Henry leerde kennen.
In de eerste instantie had Patsy, hun dochter een geschilderde foto gezien van Jana Lamleh in een boek genaamd “Books of the Dog” en vandaar uit zijn zij op zoek gegaan naar dit onbekende ras de Tibetaanse Terriër. Zij hebben via een agentschap Gremlin Cortina besteld. Zij kreeg de roepnaam Girlie. Maanden later is Alice Murphy uit enthousiasme over hun nieuwe aanwinst in de pen geklommen en heeft haar eerste brief aan Miss Agnes Greig geschreven. De correspondentie ging over en weer over de grote Atlantische Oceaan. De twee raakten zeer close in hun vriendschap. De Murphy’s waren vast besloten dat zij graag een nestje met Girlie wilden fokken en zo werd een mooi reutje voor Girlie overgestuurd,  Kalai of Lamleh, een black & tan reutje. In Amerika kreeg hij de naam “Gregory”. Op 31 maart 1957 kreeg Girlie haar eerste nestje van Gregory, vijf pupjes. Het was een heel kleurrijk nestje van wit met zwart, goud, licht blond, brindle en zwart met wit. Het nestje stond op de naam van dochter Patsy, maar voor moeder Alice begon hier haar nieuwe levensstijl, in de voetsporen van Miss A. Greig.
Tibetaanse Terrier miss Greig

Miss A. Greig heeft het zich overwogen om naar Amerika te emigreren om zo de Murphy’s te helpen met de kennel. Helaas is het er nooit van gekomen. Ze heeft 16 van haar beste Lamleh Tibetaanse Terriërs naar Alice en Henry Murphy gestuurd. Wat heel belangrijk was voor Miss A. Greig, dat haar fok werd voort gezet in zeer goede handen met veel ervaring in de fokkerij. Alice Murphy bouwde haar eigen lijn op onder de kennelnaam Lamleh of Kalai.
Een van de geïmporteerde teefje NinTy of Lamleh was zeer belangrijk in de kennel of Lamleh of Kailai. Zij heeft dan ook prachtige nakomelingen voortgebracht. De een werd meer ingezet dan de andere en dit alles onder de geselecteerde keuze van Alice Murphy.
In 1972 stuurt Miss A. Greig haar laatste export naar Alice Murphy. Een goud met witte reu genaamd Rah Jah of Lamleh. Hij was Miss A. Greig haar lieveling en dus ook de enigste van haar honden, die toestemming had om op haar bed te mogen slapen. Zes en een half maand later is Miss A. Greig gestorven. Zij stierf op 14 december 1972.  
Tibetaanse Terrier Gremlin

Vanaf dat de Tibetaanse Terriër werd geïntroduceerd in de Verenigde Staten door de Murphy’s zijn ook de Amerikanen geïnteresseerd geraakt in
dit geweldige ras. In het begin was het een besloten club en veel later op het advies van de Amerikaanse Kennel Club is het lidmaatschap mogelijk gemaakt voor iedereen.
Miss Greig had haar eigen Lamleh’s al vanaf haar tijd in India opgebouwd en kon het eigenlijk ook heel moeilijk los laten. Ze kreeg steeds meer honden en de verzorging van haar zo geliefde dieren werd zwaarder en zwaarder. Ondanks de dagelijkse hulp en support van de familie Beesleys was het water naar de zee dragen.  Toch kwam er een tragisch einde aan haar met zoveel liefde opgebouwde kennel in 1971, toen Miss Greig moest voorkomen in de rechtbank omdat er twee van haar honden onnodig zouden lijden, door onvoldoende persoonlijke aandacht en de juiste verzorging die zij nodig zouden hebben gehad. De rechtbank besloot dat Miss A.  Greig in deze omstandigheden nog maar 6 hondjes mocht behouden en de Beesleys 20 hondjes. Enkele bezorgde  fokkers wilden wel wat hondjes opnemen om zo de toekomstige fok zeker te stellen, de andere wel zeker gemiddeld 40 hondjes moesten helaas afgemaakt worden. Dit is verre uit de trieste dag uit de geschiedenis van de Tibetaanse Terriër vanaf het moment dat zij in onze westerse wereld zijn terecht gekomen. Graham Newell heeft op deze dag meegeholpen en heeft daarbij menige gebedje
gedaan voor deze treurige daad.
In de Kennel Gazette van maart 1972 werd vermeld dat Miss. A. Greig levenslang was geschorst om verder te fokken met haar hondjes, hetzelfde jaar is zijzelf nog overleden op de leeftijd van 82 jaar.